maandag 23 april 2012

De kennismaking

De man met de flaporen in de Prius voor mij had duidelijk alle tijd van de wereld. Bij iedere zijstraat remde hij lang van tevoren af, leunde alvast naar voren en probeerde zo vroeg mogelijk de zijstraat in te kijken terwijl hij steeds langzamer ging rijden tot de vaart er bijna helemaal uit was. Toen hij in een zijstraat iets zag bewegen trapte hij, duidelijk geschrokken, hard op de rem zodat hij met een schok tot stilstand kwam. Zijn vrouw leverde zo te zien commentaar op zijn rijstijl. Ze zat tenminste heftig gesticulerend tegen hem te praten. Ik kon natuurlijk niet horen wat er gezegd werd, maar aan de gebaren en haar driftig bewegende grijze hoofd te zien ging het er heftig aan toe en het duurde even voordat hij, heel langzaam, weer optrok tot hij zijn oude slakkengangetje weer had bereikt en het ritueel van voren af aan begon. Ik reed onfatsoenlijk dicht achter hem met mijn lichten aan en kon nog net de neiging om te toeteren bedwingen. Normaal rijd ik niet zo asociaal, maar ik was al te laat voor een afspraak en wilde niet nog meer tijd verliezen. De auto voor mij was bij een paar flauwe bochten in de weg aangekomen en iedere bocht was voor de bestuurder aanleiding om verder af te remmen, hoewel je hier zeventig mocht en hij hooguit veertig reed. 'Godverdomme, hoe kan je afremmen als je al stil staat,' vloekte ik hardop in mijn auto terwijl ik nog dichterbij ging rijden. De Prius was nu aan het eind van de weg gekomen en, alsof hij mijn gemopper gehoord had stopte de auto voor de t-splitsing. Er kwam geen verkeer aan en ik wilde al optrekken toen ik merkte dat de auto voor me dat niet deed. De bestuurder bleef wachten op een aantal auto's die in de verte aan kwamen rijden en liet ze voor gaan. Inmiddels kwamen er ook auto's van links aan. Galant liet hij die auto's ook voorgaan. Ik seinde met mijn grote licht. Uiteindelijk ging de Prius weer rijden. Hij ging linksaf. Ik moest ook linksaf. Ik bleef vlak achter hem en zette mijn grote licht nu permanent aan en bleef aan zijn bumper hangen terwijl ik achter hem heen en weer ging zodat mijn grote licht hinderlijk via zijn achteruitkijkspiegel in zijn ogen flitste.
Ik moest nu wel opschieten, anders kwam ik te laat bij de ouders van het nieuwe vriendinnetje van onze zoon. Ze hadden ons uitgenodigd voor een etentje bij hun thuis om kennis te komen maken. Het nieuwe vriendinnetje zou koken. Mijn vrouw en zoon waren daar al, maar ik kwam rechtstreeks uit mijn werk en ik was natuurlijk te laat vertrokken. Ik kon het echt niet maken om te laat voor het eten aan te komen. Ik toeterde nu toch maar langdurig en gaf vol gas om de Prius snel, tussen twee tegenliggers door, in te halen. Ik moest weer snel naar rechts om de op mij af komende tegenligger niet te rammen, waarbij ik de Prius flink sneed. Ik zag de man in de Prius verschrikt opzij kijken. Hij stond al weer vol op de rem. Ik stak mijn middelvinger naar hem op terwijl zijn flaporen uit het zicht verdwenen.
Ik gaf nu vol gas. Kon ik nu beter via de snelweg rijden of binnendoor gaan? Ik twijfelde. Op de snelweg stond om deze tijd een file, maar misschien was de snelweg toch sneller dan binnendoor. Ik moest nu kiezen, want voor de snelweg moest ik hier linksaf. Ik koos voor binnendoor. Foute keuze! Er waren meer mensen die voor binnendoor hadden gekozen. Terwijl ik tergend langzaam vooruit kwam keek ik op mijn horloge. Ik was al veel te laat. Ik zat me te verbijten en hoorde in gedachten het verwijtende commentaar al dat ik ongetwijfeld zou krijgen. Na wat een eindeloze tijd leek stopte ik voor de deur van het adres waar ik moest zijn. Toen ik aanbelde en het nieuwe vriendinnetje open deed putte ik me uit in verontschuldigingen: 'Sorry hoor, maar er zat een ouwe zak met flaporen in een Prius voor me en die ging zo langzaam dat ik dacht dat hij al dood was, maar het zelf nog niet wist. Sommige mensen moesten ze echt hun rijbewijs afnemen.' Het nieuwe vriendinnetje lachte en zei dat het niet erg was en dat mijn zoon en vrouw met haar ouders in de woonkamer aan de borrel zaten. Terwijl ze het zei ging de deur van de woonkamer open. De man met de flaporen uit de Prius kwam de gang in.